Hier is hij dan, mijn allereerste column voor Bit&Cap. In het vorige nummer heeft Judith van der Steeg mij op onnavolgbare wijze aan u als lezer voorgesteld. De korte versie van die introductie is dat ik als voormalig topwielrenner mijn eigen paard was en dat presteren iets is dat voortkomt uit hard werken en net zo lang volhouden tot je het voor elkaar krijgt. Succes is een keuze. Als je het maar graag genoeg wilt en alle details die er toe doen weet te beheersen.
In de 35 jaar dat ik als organisatie adviseur in ons bedrijfsleven heb gewerkt was dat ook het beeld waaraan mijn opdrachtgevers appelleerden. Ik was immers top-sporter en zou de mensen dus wel weten te inspireren om slim en met volharding te werken aan het door het bedrijf gewenste resultaat: De winst naar maximaal, de hoeveelheid CO2 naar 0, het aantal IC opnames onder de 1000, de kosten onder ‘X’.
Het aantal burn-outs bij mijn opdrachtgevers hield gelijke tred met mijn groeiende wantrouwen tegen deze benadering. Mensen zijn steeds vaker taken aan het vervullen in een functiegebouw in plaats van deel uit te maken van een gemeenschap die op weg is naar iets dat ze met elkaar willen en aldus samen harder gaan dan alleen.
Ik besloot mijn stalen ros in te ruilen voor een levend exemplaar. Maar ondanks bovenstaand inzicht vertelde mijn paard me dat ik net zo op jacht was naar de te produceren uitkomst als mijn voormalig opdrachtgevers. In mijn geval was dat een dier waar "alle knoppen op zitten” en die doet wat de ruiter wil. Een gehoorzaam stuk vlees. Luister nou even naar me, zei mijn paard me, ik ga heus wel met je mee, vertrouw daar maar op, maar ik heb zo mijn eigenaardigheden, dus doe daar wat mee. Contact maken met een paard en zorgen dat hij weet dat je hem ziet, is wel de belangrijkste les die ik me elke dag opnieuw ter harte moet nemen. Voor ik het weet wil ik weer iets van het paard zonder het hem te vragen. Maar hoe vraag je nou iets aan een paard? zeggen ze hier in Bruchem. Nou gewoon door eerst te laten weten dat je er bent en een signaal te geven, via de teugels, je zit, je been. Dan los te laten en te wachten tot hij reageert. Daar kun jij dan weer wat mee doen en zo ontstaat er een gesprekje tussen 2 levende wezens, 2 maten in mijn geval. En verdomd het gaat altijd ergens heen en als je weet wat je doet en waar je dus over moet praten wordt het nog mooi ook. Het paard laat zijn natuurlijke ongerustheid varen en gaat je opzoeken en met je meedoen.
En ja, ik ben fanatiek. Dus als ik iets wil en ik vraag het en Potje denkt “het is wel genoeg voor vandaag” dan gaat hij bijten. Niet in 1 keer je arm eraf maar eerst ontbloot hij zijn tanden en krult zijn lippen. Dan neigt zijn hoofd naar mijn hand of arm. Als ik dan toch nog doorvraag om die pirouette af te maken terwijl ik hem aan de kaptoom begeleid, ja dan kan ik een blauwe plek verwachten. Maar als ik hem laat zien dat ik het heb begrepen, de kaptoom afneem en wat brokjes uit mijn broekzak tover, dan gaat ie staan snuiven en zo staan we dan nog een minuutje of 5 als 2 maten die lekker hebben getraind. Op weg naar de top. Ik houd jullie op de hoogte.
Opmerkingen